Aan: de voorzitter van de Raad (via de griffier)

Van: L.B. Plaisier
          Schriftelijke vragen conform art. 40 RvO.

Onderwerp: campers op de parkeerplaats / carpoolplaats Rotterdamseweg ter hoogte van de Oosterparkweg

Ridderkerk, 16 maart 2006

Dagelijks voert mijn weg me lángs de in het onderwerp genoemde parkeerplaats. Het valt me op dat daar, behalve de inmiddels bekende camper, een tweede camper zijn opwachting heeft gemaakt.
Wat voor nevenfunctie de chauffeurs van de campers vervullen is mij, formeel gesproken, onbekend, maar ook míjn intuïtie is de onschuld voorbij.

Mijn vragen aan u zijn:

• Mogen op genoemde plaats gedurende grote gedeelten van de dag campers geparkeerd zijn?
• Mogen de vermoedelijke beroepsmatige activiteiten die in de camper uitgeoefend worden daadwerkelijk op die plaats uitgeoefend worden? Anders gevraagd, in hoeverre strijden deze vermoedelijke activiteiten met het in Ridderkerk geldende  bordeelverbod.
• Als genoemde aanwezigheid van de camper(s) daadwerkelijk in strijd is met het hier geldende bordeelverbod en of andere regels, hoe denkt u dan handhavend op te gaan treden? Lopen we als gemeente, uitgaande van overtreding, intussen niet het risico dat het nog langer gedogen van één camper zal uitmonden in het ontstaan van een regionale vrijplaats in Ridderkerk voor “mobiele” prostitutie?
   

Graag zou ik zo spoedig mogelijk antwoord van u krijgen op bovengestelde vragen.

Hoogachtend,

L.B. Plaisier
ChristenUnie