En om die resultaten periodiek te kunnen beoordelen, moet de raad de juiste informatie krijgen. En óf de raad die juiste informatie ook echt ontvangt, werd onderzocht door de Lokale Rekenkamer.

Tot hier toe hebben we het ons als fractie heel makkelijk gemaakt: we hebben alleen nog maar de tweede alinea van de inleiding van het rapport herschreven. Niet zozeer om een en ander terug te brengen tot een beter leesbaar niveau. Nee, het gaat ons erom dat we hiermee meteen bij de kern zijn: de raad ontvángt die noodzakelijke informatie momenteel blijkbaar niet. En de informatie die de raad wél ontvangt, voldoet niet altijd aan de eisen.
Dat dit negatieve beeld overeenkomt met de conclusie over ook ándere gemeenten, mag zelfs geen schrale troost zijn. Integendeel: zeker als de middenmoot een dikke onvoldoende scoort, moeten we niet bij die middenmoot willen horen!

Om vervolgens direct door te stoten naar de áánbevelingen in het rapport, zou net iets te kort door de bocht zijn: wij als raadsleden voelden ons kennelijk niet voldoende “verbonden” aan deze partijen, anders hadden we wel eerder naar de nodige informatie gevráágd.
Dat zou natuurlijk te maken kunnen hebben met de hoeveelheid werk die op het bordje van een gemiddeld raadslid terecht komt, maar ook dat mag geen excuus zijn. Oftewel: dit pleit temeer voor het veelvuldig aanbevolen, maar niet altijd in praktijk gebrachte “bestuur op hoofdlijnen”.

Daarom ook onderschrijven wij de aanbevelingen in het rapport van harte, met een enkele kanttekening:

Wat de ChristenUnie betreft is vooral aanbeveling nummer 2 uit het rapport (te weten: “stel een nota verbonden partijen vast”) de meest algeméne aanbeveling.
In de reactie van het college hierop kunnen we ons overigens niet vinden: zwart-wit gesteld lezen we daar dat de raad maar moet afwachten welke informatie wanneer komt..… Echter: als de raad grip wil hebben op de dienstverlening van een verbonden partij, dan dient ook de informatievoorziening goed te zijn geregeld!

De overige aanbevelingen zien we stuk voor stuk als geschikte of zelfs noodzakelijke invulling van de algemene aanbeveling. Daarbij onderstrepen we graag dat de raad kritisch moet kijken naar de informatievoorziening pér verbonden partij afzonderlijk. Het belang voor Ridderkerk van de ene partij ís nu eenmaal groter dan van de andere partij.
De aanbeveling dat begrotingen zónder commentaar van het college direct worden doorgestuurd naar de raad, levert niet alleen tijdwinst op. Wellicht vergroot dit ook de wederzijdse onafhankelijke oordeelsvorming.

Het een met het ander combinerend, komen wij tot het volgende voorstel aan de raad:

• in de komende commissies Samen Leven en Samen Wonen wordt per Verbonden Partij een voorstel gedaan aan de raad; dat voorstel doet uitspraken over de aard, de omvang en de frequentie van de informatie die de raad wil ontvangen;
• het bedoelde voorstel wordt zo snel mogelijk opgenomen op de agenda van een komende raadsvergadering;
• aangezien het belang voor Ridderkerk bij de ene Verbonden Partij kleiner is dan bij de andere, kunnen sommige Verbonden Partijen wellicht gezamenlijk in één commissievergadering worden besproken;
• de afspraken waarover de raad zich positief uitspreekt, gaan direct in;
• wanneer voor alle Verbonden Partijen afspraken zijn gemaakt, kunnen deze afspraken – indien gewenst – alsnog worden samengevoegd tot een complete Nota Verbonden Partijen.

Oftewel:

• als wij gezamenlijk van mening zijn dat onze Verbonden Partijen op enigerlei wijze het belang van Ridderkerk en haar inwoners dienen;
• als wij er gezamenlijk van overtuigd zijn dat de raad dús zijn kaderstellende en controlerende functie óók ten aanzien van deze Verbonden Partijen moet kunnen vervullen;
• als wij gezamenlijk menen dat het goed is om dit zo snél mogelijk én zo góed mogelijk te regelen;

dan vragen we u om met onze motie in te stemmen.

Van elders werd het idee aangedragen om binnen de raad zogeheten ‘volgleden’ te benoemen; die zouden zich specifiek kunnen storten op de relatie met een verbonden partij, en op die manier kunnen fungeren als spreekbuis over ontwikkelingen en de sturing daarop. Ook dat idee juichen we van harte toe, en nemen we wat ons betreft mee in de nog te houden besprekingen in de commissies.

Ten slotte, voorzitter: in het slechtste geval zal de behandeling van dit agendapunt de indruk wekken dat wij al tevreden zijn wanneer een en ander op papier goed is geregeld en gestructureerd. Laten wij er gezamenlijk alles aan doen om dát beeld onderuit te halen! Concreet ten aanzien van onze Verbonden Partijen: wij moeten ervoor zorgen dat zij doen wat goed is voor Ridderkerk en haar inwoners!

Ik dank u.

Robert Pors