Voorzitter,

Ons wordt gevraagd om vanavond de “Programmarekening 2006” goed te keuren.
Bij het constateren van een overschot van ruim 9 miljoen euro zou al te gemakkelijk een jubelstemming kunnen ontstaan.
We constateren tegelijkertijd dat de zogeheten meevallers van het type “eenmalig” zijn: de verkoop van aandelen AVR, de winstneming ophet bedrijventerrein Veren Ambacht en een eenmalige bijdrage van de Bank Nederlandse Gemeenten.
Sowieso kunnen we niet tevreden achterover leunen, aangezien het financiële kader voor 2010 vooralsnog een tekort laat zien.

Wat de financiële aspecten betreft ziet de ChristenUnie zich niet genoodzaakt tot veel kritische kanttekeningen c.q. vragen. De volgende vragen echter achten we relevant:

1. Kan de wethouder kort aangeven hoe hij denkt om te gaan met de adviezen die de accountant heeft verstrekt?
2. Hoe ziet de wethouder kans om de raad duidelijker inzicht te geven in subsidiestromen in Ridderkerk? Het gaat hierbij om forse sommen gemeenschapsgeld, inzicht in de besteding daarvan lijkt ons zeer gewenst. En wij nemen aan dat het maken van een dergelijk overzicht bepaald geen boekhoudkundig kunst- en vliegwerk vergt.
   Wellicht meer hierover vanavond wanneer de Algemene Subsidieverordening wordt vastgesteld.
3. Op pagina 85 van de Programmarekening wordt vermeld dat bij de begróting van 2006 de weerstandscapaciteit is bepaald op 5,4 miljoen euro. Dat bedrag al wordt letterlijk “ruim toereikend” genoemd. In de jaarrekening wordt deze buffer vastgesteld op een bedrag van zelfs bijna 6,1 miljoen euro.Wil de wethouder – nog vóór de behandeling van de begroting voor 2008 – een voorstel doen aan de raad om deze weerstandscapaciteit voortaan jaarlijks ondubbelzinnig te kunnen vaststellen?

Interessanter dan de boekhoudkundige bestemming van ons gemeenschapsgeld zijn:

1. de doelen waarvoor dit geld daadwerkelijk wordt ingezet en
2. de relatie van de gemeente met de inwoners van Ridderkerk, voor wie deze doelen zijn vastgelegd.

In 2006 is menig doel gerealiseerd. Tegelijkertijd treffen we onderdelen aan waarvoor schijnbaar de lat te hoog heeft gelegen. Verder blijkt uit de zogeheten Staat van de Gemeente, dat de relatie met de inwoners van Ridderkerk zachtjes uitgedrukt wel een forse impuls kan krijgen. U geeft dat ook zelf aan in het burgerjaarverslag, zij het in andere bewoordingen. Voorzitter, zonder hier in details te willen treden, vragen we het college om veel aandacht te schenken aan in ieder geval de onderdelen die hier minder dan een 6 scoorden.
Deze twee zaken combinerend, dringen we vooral aan op verdere uitvoering van het afgesproken beleid dan wel het inlopen van achterstanden. Daarmee steken we energie én in het realiseren van doelstellingen zoals vastgelegd in het coalitieakkoord én in de tevredenheid van de Ridderkerker waar het de dienstverlening van de gemeente betreft.

Ik dank u.

Robert Pors