In de afgelopen maanden heb ik op mijn werk een soort dubbelfunctie gehad.
Het Corona virus heeft enorme impact op ieders leven. Maar ik besef goed dat de situatie voor de een heftiger is dan voor de ander. Ik heb echt een knoop in m’n buik wanneer ik verdrietige situaties hoor van bijvoorbeeld mantelzorgers. In mijn omgeving, in de kranten of door de blogs op social media.
Heel voorzichtig komen de eerste hoopvolle berichten. Minder doden door Corona en minder opnames op de ic. Op 11 mei mogen basisscholen en kinderopvangcentra weer open. We bereiden ons voor op de anderhalve-meter-samenleving. We zijn er nog lang niet, het voorzichtig optimisme kan zo weer omslaan. En toch kunnen we - moeten we- gaan nadenken over hoe de komende tijd.
Blijven doen waar we als Ridderkerkers goed in zijn, omzien naar elkaar.
De laptop aan, de oortjes in. Ik zit er klaar voor: de eerste les op afstand kan beginnen. Langzaam druppelen de eerste studenten binnen in de online omgeving. Na wat gelach en gekkigheid om deze nieuwe manier van lesgeven begint er een gesprek.