Veel ouderen willen langer thuis blijven wonen. Ook als hun gezondheid achteruitgaat en hun netwerk klein is geworden. Naast dat ouderen dat zelf graag willen, stuurt de overheid daar ook op, want er zijn steeds meer ouderen in Nederland en er werken steeds minder mensen in de zorg.
Het is fijn om je in je wijk thuis te voelen. Daarvoor zijn goede woningen, goede voorzieningen en een schone, hele en veilige woonomgeving belangrijk. Maar veel belangrijker nog is dat de buurtbewoners zich prettig voelen bij elkaar. Veel Ridderkerkers zetten zich al in voor hun wijk. Van zwerfvuil opruimen tot een boodschap doen voor een zieke, een pakje aannemen voor de buurvrouw of…door een minibieb neer te zetten.
Ik ben opgegroeid in een fijn gezin, met ouders die er voor mij waren. Ouders die regels stelden wanneer het nodig was. Uiteraard was ik het daar regelmatig niet mee eens. Ouders die me lieten kennismaken met muziek en musea. We hadden geen geldgebrek. Er was altijd eten en ik woonde in een fijn huis met een eigen kamer. Toen ik volwassen werd heb ik meerdere studies kunnen volgen, ik woon in een fijne wijk en mooi huis, ben gelukkig getrouwd en heb echt heel leuke kinderen. Ik heb een superleuke baan en ga graag op vakantie. Jazeker, ik heb er hard voor gewerkt. Maar ik weet heel goed dat ik deze stappen vooral heb kunnen maken omdat ik zoveel kansen heb gekregen.
In oktober hebben we opnieuw een motie ingediend waarin we vragen om de oplopende wachtlijsten voor het krijgen van zorg in het kader van de WMO weg te werken.
Na de eerste motie en na vragen in de raad werd duidelijk dat er meer actie nodig was. In de motie die we hebben ingediend werd het college verzocht per direct voor alle meldingen gedaan tot 4 november 2021, waar duidelijk van is welke voorziening wordt aangevraagd, een beschikking af te geven met daarin de gevraagde hulp.
In neonletters staat deze tekst op een gebouw in Rotterdam. Het is een zin uit een gedicht van Lucebert. Een filosofisch gedicht dat op meerdere manieren uit te leggen is. Alles van waarde is weerloos. Het is deze zin die in het afgelopen jaar vaak door mijn hoofd is gegaan in mijn werk als raadslid.
Alles van waarde is weerloos. Het motiveerde mij dit jaar om aan te dringen op het oplossen van de wachtlijsten voor de dagopvang en de huishoudelijke hulp. We stelden vragen en dienden twee keer achter elkaar een motie in. De tweede keer was korte tijd na het indienen van de eerste motie.